Een gewone schuifdeur maakt gebruik van een statische rail die aan de onderkant van het buitenframe is bevestigd. De deur wordt ondersteund door kleine rollen onder de vleugel die langs de onderrail bewegen. Om voldoende water- en luchtdichtheid te behouden, hebben schuifdeuren zeer weinig speling tussen de rail en de vleugel, waardoor aanzienlijke wrijving en wrijving van de afdichtingen ontstaat, zelfs bij gloednieuwe deuren.